Er zijn momenteel geen vacatures.
Er zijn momenteel geen vacatures.
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een computerprotocol dat beschrijft hoe een computer dynamisch zijn netwerkinstelling van een DHCP-server kan verkrijgen. Het DHCP-protocol is gebaseerd op het Internet Protocol IP en werkt met UDP-pakketten.
Introductie
Bij DHCP is het principe dat toestellen in een IP-netwerk geen vast geconfigureerd IP-adres hebben, maar hun IP-adres dynamisch verkrijgen van een centraal beheerde DHCP-server. De server, die zelf een vast IP-adres heeft, beheert hiertoe een “pool” van beschikbare IP-adressen, veelal in de private address space volgens RFC 1918. Na opstarten van de DHCP-server zijn die adressen vrij en kunnen ze aangevraagd worden door de toestellen op het netwerk. Door de aanvragen worden de IP-adressen toebedeeld, uiteraard in aantal beperkt tot de grootte van de pool.
Toestellen die op het netwerk komen, kunnen via een aanvraagsequentie een IP-adres verkrijgen dat beperkt geldig is, voor de ingestelde geldigheidsduur, de “lease time”. Toestellen die het netwerk verlaten, dienen hun adres vrij te geven. Dit gebeurt uiteraard niet in alle gevallen. Het adres komt echter uiteindelijk toch weer vrij door het verlopen van de geldigheidsduur.
DHCP-servers kunnen voor bepaalde toestellen een vast uit te reiken IP-adres geconfigureerd hebben. Zo kan het bv. zijn dat binnen een bedrijf alle netwerkprinters een vast IP-adres krijgen, dit terwijl andere toestellen een willekeurig adres uit de pool toebedeeld krijgen.
Voordelen
Gebruik van DHCP heeft belangrijke voordelen voor het netwerkbeheer:
Men hoeft niet op elk toestel afzonderlijk een IP-configuratie te maken, maar kan de configuratie voor alle toestellen centraal beheren.
Bij wijzigingen van de netwerkconfiguratie, bv. het gebruiken van andere subnetten, hoeft men alleen centraal een aanpassing te doen.
Bij verplaatsing van een toestel, bv. naar een andere afdeling met een ander subnet, hoeft men op het toestel geen wijzigingen door te voeren.
Met DHCP kan men bepaalde regels, “policies”, realiseren, bv. door een toestel slechts gedurende een bepaalde tijd een IP-adres te geven. Ook kan men het toegewezen adres regelmatig wijzigen, om de veiligheid te bevorderen. Hier staat echter wel tegenover dat er geen vaste één-op-éénrelatie meer bestaat tussen MAC-adres en IP-adres, wat de traceerbaarheid en daardoor de veiligheid dan weer negatief kan beïnvloeden.
Men kan efficiënter omgaan met IP-adressen. Stel dat er in een afdeling 1000 mobiele toestellen zijn, maar er maximaal slechts 200 tegelijk aanwezig kunnen zijn. Bij statische allocatie zou men 1000 adressen moeten gebruiken. Bij dynamische allocatie kan men daarentegen gebruikmaken van een “pool” van 200 adressen. Met name voor dienstenaanbieders die publieke IP-adressen aan gebruikers moeten geven, is dit traditioneel zeer belangrijk. Wel neemt het belang in zekere zin af doordat veel toestellen continu of quasi-continu verbonden zijn. Aan de andere kant is het aantal IP-adressen waarover een aanbieder beschikt beperkt en zijn er ook kosten aan verbonden, waardoor het van groot belang blijft hier efficiënt mee om te gaan.